Nederlands

"Met haar lome loop, sigaret in de hand, komt Dangal op me af. "Nandi, yidaki" zegt ze licht verwijtend alsof ze zich afvraagt waar ik nou blijf. Altijd spreekt ze me aan met nandi wat moeder betekent, nooit met mijn naam. Ik haast me naar het andere huis en haal de half beschilderde didgeridu. Op de veranda is ze al bezig om de verf te maken. Met stevige bewegingen schuurt ze een witte steen over het beton.
Als ik naast haar wil gaan zitten wijst ze naar de plastic spuitbus een eindje verderop. Ik pak de lijm en spuit een beetje in het waterige witte plasje voor haar. Al lang blij dat ik wat kan doen neem ik de steen over en wrijf door totdat de lijm zich mengt met de rest.
De sigaret geeft ze aan een van de langslopende mannen voordat ze zorgvuldig haar penseel in de verf doopt. Met een vloeiende beweging gaat ze nog eens over de lijnen die ze er gister heeft opgezet. Gespannen kijk ik toe maar ze verpest het niet, de lijnen blijven strak, het wit wordt witter. Wamutji zit een eindje verder op met een paar andere vrouwen. Als ik toevallig haar richting uit kijk maakt ze een snel gebaar met haar wijsvinger langs haar neus. Uit mijn broekzak pak ik een sigaret en breng die naar haar toe. Ze kijkt niet op of om en steekt hem aan. De anderen houden hun hand uit. Zij willen ook. Niemand weet hoe oud Wamutji is. Ik schat een jaar of 70. Ik ben haar zus, zo voelt zij dat. Daarmee is mijn relatie tot de rest van de stam bepaald. En dus is Dangal mijn dochter, ook al is ze even oud als ik, en is Dorothea, haar kleindochter, mijn moeder.
Ik weet niet wat het is om moeder te zijn en of ik dat zou moeten zijn. Alles wat ik me erbij voorstel is niet van toepassing. Ik zou Dangal's zere schouder willen masseren, haar willen troosten omdat ze het moeilijk heeft met haar kinderen. Maar ze is trots, ze laat zich niet koesteren. Als ze wat nodig heeft zegt ze: "nandi fifty dollar". Dat geef ik dan, meer niet. Spaarzaam en gedoseerd ga ik om met mijn bezit.
De schemering zet in, de muggen zullen niet lang meer op zich laten wachten. Dangal zal zo wel ophouden. Jammer, ik wil zo graag dat het af is. De penseel doet ze in de zak van haar rok. Ik berg de didgeridu op en voel me overbodig. Dangal gaat het huis in en maakt de plaats vrij waar ze straks met haar kinderen gaat slapen. Naast Wamutji, haar moeder, net als ik."

 

Berenda Dekkers

Momentum
Berenda Dekkers
Sociaal Psycholoog/Trainer

Mansholt-Nes 10
1862 AD Bergen
Nederland

Mobiel: +31 629096976

Email: info@momentumnl.com

"Als je met beide benen op de grond staat kom je geen stap verder" (loesje)

© momentumnl 2007-2022